#9
We staan in de Australische krant
24-1-2009
Sales
David Hielkema
“A night out in Sale for seven German and Dutch backpackers turned into a night they’d rather forget as vandals shattered the windscreens of both their cars. (…) The group left at about 9pm on Saturday night and returned at about 2.30am on Sunday morning to find their cars, a Ford Falcon and a Mitsubishi Pajero, had both been attacked by vandals.”
De bovenstaande tekst is het begin van mijn beste week in Australië. De vorige keer heb ik jullie eigenlijk een te korte beschrijving van de roadtrip gegeven. Het is zoveel dat we hier meemaken, zoveel dingen die er gebeuren. Je leeft gemiddeld 16 uur per dag, waarin wel elk uur iets gebeurt wat het waard is om te vertellen. Elke keer als er weer zo’n lullig verhaaltje online komt, heb ik weer het gevoel dat ik jullie maar de helft vertel.
Snow Mountains
Ook de afgelopen week was het weer één groot spektakel. Voordat ik doorga over de beste week van mijn tijd in Australië, en dus over onze voorruit, eerst nog even over onze verdere tijd in Mallacoota en de dagen hierna. We hebben bootjes gehuurd, lekker gevaren en heerlijk gezwommen. Niks ‘speciaals’. Ook ’s avonds was het niks bijzonders: een simpele barbecue, maar wel met één zelf gevangen hoofdgerecht. Sydney zijn eerst gevangen visje. Gebarbecued, gegeten en gesmaakt. Verder veel goon (wijn: 10 dollar, 4 liter) drinken en praten over het leven.
De dag erna was het besluiten of we de Snowy Mountains gingen doen of dat we kozen om het via de kust af te maken, uiteindelijk werd het een tussenweg waar we kozen om wat grotten te bezoeken in het welbekende plekje Buchan, om daarna terug te gaan naar de kust. In Buchan veel te laat aangekomen om daadwerkelijk grotten te zien, vonden we voor een waterval ergens diep in de bossen.
De waterval zelf stelde niks voor, het zwemmen daarboven was echter superb. Daar goed eten, een mooie plek waar we sliepen, prachtige star-sky en een firecamp: één van de zoveel avonden die gewoon beginnen te worden. En terwijl je het doet, terwijl je zit bij zo’n kampvuur met zes andere mannen ergens in de middle of nowhere, heb je het er weer eens met elkaar over hoe goed we het hebben, hoe mooi het hier is.
Grotten in Australië
De grotten. In de aantekeningen van Sydney (die ik nodig heb, wil ik onthouden wat we allemaal gedaan hebben) staat bij Buchan Caves: really beautifull. Daar ben ik het mee eens, erg mooi. Het blijft bijzonder hoe zulke grotten tot stand komen, hoe die pegels er hangen en langzaam druppen. Gelukkig hebben mijn ouders mij in mijn leven vaker naar zulke dingen meegenomen, waardoor ik kan zeggen dat deze caves op zichzelf allemaal niet zo speciaal waren.
De grotten gezien, terug naar de kust: we gaan op weg naar 90 Mile Beach. Inderdaad, een strand dat 90 mile (ong. 144 km) lang is. We komen uit in een dorpje genaamd Loch Sport (helemaal het puntje van dit strand, zoek maar op in je atlas), daar zaten we dan op onze vrijdagavond. Niks te beleven, waar we om half 10 noodgedwongen in bed lagen. Waarom noodgedwongen? De mozzies waren er in miljoenen, overal. Ik had het nog nooit zo erg meegemaakt.
Sale
|Zaterdag, de dag waar de beste week tot nu toe begon. Opstaan, ontbijten en naar een strand. De golven hier waren hoog en erg sterk, je maakte salto’s in het water als je met de golven meegaat en je gaat met de onderstroming overal naartoe. Elke keer dat je weer bij zo’n strand ziet is het genieten van de wilde zee. Aangezien het zaterdag was, was het tijd om een stad te zoeken waar we kunnen stappen. Dichtbij was het plekje Sale. De middag en avond is hier hetzelfde als altijd, op het moment natuurlijk zoveel anders, maar de hoofdlijnen zijn hetzelfde, wat bestaat uit: koken, eten, kaarten en dan slapen of uitgaan.
Aangezien we backpackers zijn kiezen we voor het goedkope bier, ik trouwens meestal goon, om niet al ons geld in de kroeg uit te geven. Drank gekocht en bijdehand ergens op de straat tegenover een kroeg staan gaan drinken. Ja hoor, twee politiedames die ons geopende biertjes afnemen en ons een waarschuwing geven voor openbaar alcoholgebruik. Het uitgaan zelf was prima, goed te doen voor een klein stadje als Sale. Rond drie uur ‘s nachts hadden we het wel gezien en werd het tijd om terug te gaan naar onze huizen!
“What the fuck ouwe, onze koplampen,” zegt Sydney achter de auto. “What the fuck is dit?” Ondertussen loop ik naar de voorkant van de auto om te kijken. Slik, ruit helemaal ingetrapt. Ik kijk naar de auto van Kai, slik: we zijn niet de enige. Diepe zuchten, verontwaardiging en nog meer verontwaardiging in de groep. We besloten om met drie man naar de politie te gaan, daar aangekomen kan je drie keer raden welke politieagente we aantroffen. Dezelfde dames als eerder.
Papieren ingevuld, erg behulpzaam waren ze overigens, ze hebben foto’s van onze auto’s gemaakt en toestemming gegeven om te kamperen bij de auto (onze meereizigers slapen in tenten, wij in de auto). Uiteindelijk sliepen we om half 5 en werden we wakker van de herrie om 9 uur.
We hadden geluk: we werden wakker op de parkeerplaats van de plaatselijk markt in Sale. Waarom geluk om daar wakker te worden? Elke vijf minuten kwamen er nieuwe mensen naar ons toe om te vragen wat er gebeurd was, om vervolgens te vertellen hoe het hen speet dat ons dit overkwam, om af te sluiten met de vraag of ze ons ergens mee konden helpen. Zo hebben we meerdere huizen aangeboden gekregen om te blijven slapen en hebben we tips gehad om ergens bij een ‘vriend’ het raam goedkoper te laten repareren. Als we een doos voor de auto met de tekst “Help us to fix our car, we need money” hadden neergezet, hadden we winst gemaakt van deze situatie.
Uiteindelijk gingen we in op een vrouw die ons aanbood om te kamperen bij haar boerderij (niet in gebruik als echte boerderij overigens). Ruit eruit trappen en zonder windscreen op weg naar het huis.
Super Mario
Het huis was een museum: waar je ook keek, je vroeg je af waar het vandaan kwam, wat het eigenlijk is en waarom het daar ligt. De moeder die ons uitgenodigd had heet Bronwyn, zij zal rond de 50 jaar zijn geweest. Ze heeft twee kinderen, Charles (26 jaar) en Eleanor (19 jaar). De vader was tijdelijk ergens werken, heb ik verder weinig van meegekregen, ik heb hem in ieder geval niet gezien. Charles heeft een relatie met Sarah (25 jaar). Sarah heeft een zus, Jess (18 jaar). Dit zijn zo ongeveer de hoofdpersonen van de komende onvergetelijke dagen.
Toen moeders ons vroeg om bij haar te blijven slapen had ze Sarah bij zich. Sarah is echt helemaal in de familie, ze noemt Bronwyn zelfs haar moeder. Het is mooi om te zien. In het huis konden we in principe alles doen. We hadden een biljarttafel, we hadden de eerst gemaakte Nintendo tot onze beschikking (ziek veel Super Mario gespeeld, wie heeft dit niet in zijn jongere jaren gedaan?), maar vooral gastvrijheid, echte gastvrijheid. Het doen en laten wat we willen, en geen druk en het nakijken van de mensen die er wonen.
Rond de middag kwam Jess langs. Ondertussen hadden we ook kennisgemaakt met Eleanor. Samen wijn drinken, pool spelen en de barbecue voor de avond voorbereiden. De avond verder was een avond met gesprekken, later een pub waar we wat stonden te drinken, om na iets te veel drank op de heerlijkste liedjes staan te dansen. Welke backpacker maakt dit nou op zo’n manier mee. Uniek…
De volgende dag werd het tijd om naar een garage te gaan. Voordat we hier naartoe konden moesten we eerst nog even praten met Eleanor, ook moest ze foto’s maken van onze auto’s. Eleanor is ‘journalist’ bij de lokale krant, en een verhaal als dit is natuurlijk groot nieuws in een stadje als Sale. Wij kunnen in ieder geval zeggen dat we de krant in Australië hebben gehaald.
Na een paar adresjes af te zijn gegaan kwamen we uit bij een Nederlandse monteur. Voor wat korting kon hij onze ramen repareren. De Pajero was makkelijker te repareren dan onze auto, waardoor wij nog één dag langer moesten wachten. In de tussentijd dat zijn auto gemaakt werd moesten wij ons een paar uur vermaken in het stadje. Terwijl wij hier een beetje aan het niksen waren, waren de drie overgebleven naar het huis van Sarah en Jess gegaan. Wat ze daar deden? Champagne in het zwembad drinken, poolen, tafeltennissen en er was ook nog eens de mogelijkheid hebben om te tennissen.. Niet verkeerd.
Na drie uur wachten voor de auto konden we terug naar het huis van Bronwyn. Ook wij kregen de uitnodiging om naar het huis van Sarah en Jess te gaan, en natuurlijk deden we dat. De lieve mensen hadden inkopen gedaan voor een andere barbecue die avond, en niet alleen het vlees, maar ook cola, wijn, salades, taart en nog meer voedsel dat je bij een echt goed diner hebt.
Aangezien wij iets wilden teruggeven aan de gastvrijheid die ze ons gaven, besloten we om ook voor hen te koken. Eén of ander Russisch gerecht van Kai wat drie uur duurde om te maken én zeven man nodig had. Iedereen lovend over hoe goed het was, ik zeg: gelukkig dat we ook een barbecue hadden, waar ik overigens achter stond (gewoon even voor the record dat ik ook iets doe). Rond een uur of elf, na nog even in de jacuzzi gezeten te hebben, werd het tijd om terug te gaan naar het huis van Bronwyn. Aangezien Sydney en ik geen auto meer hadden om in te slapen, kregen wij het aanbod om in bedden te slapen, erg fijn.
Natonial Park
Dinsdag werd het tijd om te vertrekken, maar eerst de auto ophalen en een cadeautje kopen voor de familie. De foto die hier ook staat hebben we uitgeprint voor hen en we hebben een bos bloemen gekocht, het was het minste wat we konden doen. Bronwyn had namelijk voor de komende nacht wat vrienden gebeld of we daar konden slapen, ongeveer een uurtje rijden van Sale. Zij was echt een moeder voor ons. Rond een uur of vier vertrokken we, na nog eens een heerlijke lunch met van alles en nog wat. We kregen zelfs nog eten en drinken mee voor de komende dagen…
Het niet-materiële wat we gekregen hebben van deze mensen kan niet in de buurt komen van de onkosten. Dagen als deze maken een mens goed. De hulp die ons geboden is… niemand hier heeft er echt de juiste woorden voor, ook ik niet.
We komen aan bij ons volgende huis. Hier woont een gezien van vier: vader, moeder en twee kinderen van onze leeftijd. Het huis was een boerderij met schapen. Aangezien de schapen niet binnen staan, konden we slapen in de stal. Deze stal stond los van het huis en kregen we helemaal voor ons zelf. Ook zat er een apart huisje bij met een koelkast en een douche. Luxe in overschot voor backpackers. Nog even een rondleiding op de boerderij en het werd tijd om te gaan koken en te slapen. De volgende ochtend hadden we om negen uur afgesproken, we kregen een ontbijt aangeboden. Zoveel gastvriendelijkheid, ook hier weer…
We kozen ervoor om niet te laat te vertrekken uit dit huis. Na nog een paar keer bedanken voor alles, vertrokken we om elf uur richting een regenwoud. Regenwoud snel bezoeken, voor Sydney en ik ons eerste regenwoud in Australië (en voor zover ik me kan herinneren in mijn leven), om daarna door te gaan naar het Wilsons Promontory National Park. Aangezien onze lieve medereizigers dachten een shortcut ergens te kunnen nemen, reden we zoveel om dat we uiteindelijk veel te laat waren voor dit nationale park.
Nu moesten we opzoek naar een slaapplek, en aangezien we de afgelopen drie dagen in luxe geleefd hebben, waarom dit niet doorzetten? Bij een boer aanbellen en vragen of we op zijn erf mogen slapen, vooral door het geen zin en energie hebben om een goede spot ergens te vinden waar we illegaal moeten kamperen. Het eerste adres was positief en direct kregen we de schuur tot onze beschikking. Maar het was eerst tijd voor een kopje koffie, wat koekjes en een introductie van elkaar. Daar tien minuten gezeten te hebben krijgen we voor de nacht hun oude huis aangeboden in plaats van de schuur. Zonder meubilair weliswaar, maar desalniettemin een eigen huis dat nog meer dan bewoonbaar is. Een eigen huis!
Ik weet in ieder geval hoe onze verdere reis er via de southcoast en westcoast uit gaat zien: aanbellen bij een boer om te vragen of we op zijn erf mogen slapen. Ik durf te wedden dat negen van de tien ‘ja’ zeggen en ons een kop koffie met een ontbijt aanbieden.
Bij het huis hadden we ’s avonds hide and seek in het donker gespeeld, het beste spel ooit. Daarna samen knus met zijn allen een film kijken op m’n laptop om vervolgens te gaan slapen. De volgende ochtend werden we vroeg wakker gemaakt, 7 uur. We moesten helpen met de laatste meubels uit het huis te sjouwen, wat neerkwam op twee bureaus en een wasmachine. Rond negen uur vertrokken we, na weer heel erg veel bedankjes.
Zuidelijk puntje
Met nog een hele dag voor ons was het inkopen doen voor de komende dagen. We gingen naar het eerder genoemde National Park, wat bekend staat om zijn wombats en het meest zuidelijke puntje van Australië (Tasmanië niet meegeteld). Wilde je dat puntje bereiken moet je 20 kilometer heen en 20 kilometer terug wandelen. Ik paste, net zoals vier anderen in de groep. Ik was al helemaal kapot van de dagen ervoor, want ondanks de luxe was het gemiddeld 5 uur slaap per nacht, en ik had geen zin om 40 kilometer in totaal te wandelen voor het meest zuidelijkste puntje van Australië. De wandeling zelf was ook niet erg speciaal kreeg ik achteraf te horen, maar voor iemand die van een goede wandeling houdt, was dit weer wel aan te raden.
In dit park is het verplicht kamperen en deze keer was er geen goede spot om illegaal te slapen, voor Sydney en mij de eerste keer in anderhalve maand weer betaald overnachten. In plaats van de grote wandelingen kozen wij ervoor om die dag één kleinere te doen en de dag erop één van 10 kilometer. Je kan het niet maken om in zo’n park te zitten en niet iets van de natuur te zien.
’s Avonds in een openluchtcinema de film Australia zien, terwijl de wombats langs je heen lopen. Geniale beesten, zo dom als ze overkomen. In ieder geval een geslaagde avond en ik ben blij dat ik de wandeling niet gemaakt heb. De dag erna was het de wandeling doen en verder lekker op het strand liggen, een strand die in de buurt komt qua uiterlijk van Jervis Bay, maar qua romantiek ver achter blijft.
We zijn bezig met onze laatste dagen van deze roadtrip, een unieke roadtrip die onvergetelijk is. We hebben vrienden erbij gekregen, af en toe meningsverschillen gehad, maar over het algemeen alleen maar genoten en gelachen. Ik kan op elke dag terug kijken met één grote glimlach, en terwijl ik er beter overdenk wordt deze intenser. Morgen gaan we onze laatste dag samen vieren, ergens uit eten met een goede fles wijn erbij. Onze auto met passagiers gaat nog één of twee dagen door, maar verder niet speciaals. Even bijkomen van de afgelopen weken…
Met mijn voet gaat het trouwens beetje bij beetje beter, maar in Melbourne ga ik het toch laten nakijken. Paspoort, iPod, telefoon en al die andere troep is niks meer van gevonden, net zoals dat we nog geen nieuws hebben over de daders van onze auto, al ben ik er van overtuigd dat dit ook niet gebeurt. We zijn bijna in Melbourne. Wat we hier gaan doen? Werken misschien, misschien naar een bekende van mijn vader en verder het wel zien. We hebben de tijd, we zien wat de tijd ons brengt.
Tot zover een erg uitgebreid verslag vanuit een ander toilet gebouw op een camping, waar ik weer het gevoel heb dat ik de helft van onze verhalen vergeten ben…