#8

De pauze is ingeluid; rust in Rio

1-4-2011
Rio de Janeiro
David Hielkema

Het is middennacht, de hangmat hangt, ik heb gedag gezegd tegen de mensen die hun nachtdienstje draaien op het tankstation, de muggen zwermen om me heen en ik probeer in slaap te vallen. Alarm is gezet, half vijf is het tijd om wakker te worden. Door de genadeloze muggen val ik moeilijk in slaap en word ik vaak wakker. Maar ondanks dit alles weet ik dat ik morgenochtend eindelijk een lift heb; een lift die mij 500 kilometer dichterbij Salvador gaat brengen. Het enige wat ik moet doen is om vijf uur aankloppen op de deur van de vrachtwagen. Dat is alles, dat is alles…

Ik word weer wakker, zwetend, kijk om me heen, zie de zon aan het opkomen en vraag me af hoe laat het is. Ik zoek mijn mobiel, val de hangmat bijna uit en zie tot mijn schrik dat het acht over vijf is. Ik spring mijn hangmat uit en kijk of de vrachtwagen er nog staat. Er zijn momenten in mijn leven dat ik mezelf echt haat. Die momenten zijn er niet vaak, maar ze zijn er. Zo heb ik soms dat ik in de ochtend denk: hoe ben ik hier beland?

Of, dat je een belangrijke verjaardag vergeet. Of, dat je een fout maakt waardoor je een tegendoelpunt krijgt. Of, dat je iemand wakker maakt terwijl je juist zo stil mogelijk probeert te zijn. Of, waarom moet ik mijn nieuwe kleren, net gekregen van een vriend, na één dag al vies maken met sinaasappelsap. Dit soort zelfhaat. Meestal zie ik direct het positieve ervan in, vergeef ik mezelf en ga ik door met een grote glimlach. Nu niet. Ik kon mezelf niet vergeven en zag al helemaal de positiviteit er niet van in. Ik heb die ochtend vloekend en tierend rond gelopen, iets wat ik lang niet gedaan heb. Ik had het verdiend.

Hoe kon dit gebeuren? Waarom werd ik niet wakker van mijn alarm? Het pijnlijke van dit verhaal is dat liften zo moeilijk is in Brazilië. Voordat je opgepikt wordt kan je uren, zelfs een dag verder zijn. De frustratie was groot. Natuurlijk kan het nog erger, en natuurlijk gebeurt dat.

Filipe
Om half zes sta ik er dan weer, de zon komt op, mijn duim omhoog en een kop koffie in mijn hand. Ik kan geen glimlach tevoorschijn toveren en het aantal auto’s dat voorbij rijdt is bedroevend laag. De uren tikken weg. Het is acht uur en ik weet dat ik nu heel veel dichterbij Salvador had kunnen zijn. Het maakt het allemaal pijnlijker. Nergens schaduw, ik verbrand. Elf uur en nog steeds niks, tevens word de zon sterker. Er komen twee dames aanlopen, twee Braziliaanse vrouwen die absoluut niet aantrekkelijk zijn. Ook zij willen een lift hebben. Gelukkig hebben ze het respect om achter mij te gaan staan, zodat de auto’s en vrachtwagens mij eerst zien. Dat is de regel. Een kleine vijf minuten later komt er een vrachtwagen aan. Ik word aangekeken en ik kreeg weer een wuif van nee. Maar nu gebeurt het: hij stopt een halve kilometer achter mij wel. Ik geloof het niet. Ik vloek, ik tier, ik spring, ik haat de dames, ik haat de truck, ik haat mezelf.

Voordat ik verder ga met het liften, terug naar waar ik vorige keer gebleven was. De laatste keer vertelde ik over hoe goed het was in het hotel en wat er allemaal voor onverwachts gebeurde. Tussen al deze mensen zat één persoon tussen die Engels sprak, Filipe. Uiteindelijk is hij mijn beste Braziliaanse vriend geworden. Hij is een student in Manaus en nodigde me uit om in zijn huis te blijven voor een tijdje. Of uitnodigen, het was meer dat het gebeurde zonder vragen te stellen. Samen naar Manaus reizende, stoppen bij de ecuador en de andere prachtige plekjes, was het mijn plan om er maar een paar dagen te blijven. Die paar dagen werden een onvergetelijke kleine twee weken.

Manaus is de hoofdstad in het gebied van de Amazones. Een belachelijk grote stad, overal flatgebouwen en wolkenkrabbers, terwijl je feitelijk midden in de jungle zit. Daar is toch ergens iets verkeerds mee. Ik heb in tijden niet zoveel gelachen met iemand, dat het zo goed klikt. Die natuurlijke klik. Tevens was het met zijn vrienden goed. Het is fijn om met mensen te zijn waar alles natuurlijk gaat, waar ik me niet opgelaten bij voel. Carnaval gevierd, andere feesten bezocht, het was allemaal goed. De stad is verschrikkelijk, de mensen die ik er heb leren kennen geweldig.

Jungle
Ik moest echter door. Als er één ding is wat ik haat tijdens het reizen is het afscheid moeten nemen van mensen, keer op keer weer. Altijd is er weer met een brok in mijn keel, en elke keer voel ik de mes door mijn hart gaan. Een pijnlijk gevoel. Ik stond dan ook op de boot met tranen in mijn ogen te zwaaien naar Filipe en de andere prachtige mensen die ik hier heb leren kennen. Uitgezwaaid worden is speciaal.

Ik stond op deze boot, omdat er geen verharde wegen richting Belem gaan. Belem ligt aan de andere kant van de rivier, en vanaf daar is er weer connectie tot elke andere grote stad in Brazilië. De boottocht ging dwars door de Amazones. Ik dacht dat ik in Australië en Thailand jungle had gezien, maar nee. Dit was jungle. Het was een boottocht van vijf dagen, ik was de enige gringo en eerlijk gezegd begon het snel te vervelen. Deels door het verlangen om een goede vriend uit Nederland weer te zien en deels doordat er gewoon weinig te beleven viel op de boot. Ik moest echter vanaf Belem nog wel een kleine 2000 kilometer liften om Thomas, de vriend, en zijn moeder te zien in Salvador…

Het liften begon goed. Na vijf dagen op de rivier was ik er klaar voor, mentaal voorbereid en het plan was om de kilometers in twee dagen te overbruggen, maximaal drie. I Wish. Het oppikken in dit deel van Brazilië was moeilijk. Nadat ik snel mijn weg had gevonden naar de juiste snelweg, de eerste nacht overnacht had in een tankstation en in de ochtend direct opgepikt werd, werd het daarna een d PUNT r PUNT a PUNT m PUNT a UITROEPTEKEN. Het kon uren duren.

Daarnaast was of de zon mij levend aan het verbranden of was het aan het regenen en kon ik niks anders doen dan schuilen bij tankstations. Maar, als ik eenmaal opgepikt werd was het weer het tegenovergestelde. Zo aardig, zo vriendelijk, zo bezorgd. Ik kreeg etentjes aangeboden, hotelkamers, heb carnaval gevierd met de mensen die me oppikte, ze wilde me dronken voeren en ik kreeg zelfs geld aangeboden. Ik wil echter geen geld op deze manier, maar wanneer ik het niet aannam zaten er personen tussen die (bijna) boos werden. Ze wilden mijn bussen betalen. Altijd de vragen hoe ik dit leven kon leiden, waar mijn familie was, hoe die er over dachten. Ik heb een lijst gemaakt met wat ik allemaal gekregen heb en wat ik had kunnen krijgen: nog één maand liften en ik was binnen.

Verjaardagsfeestje
Dus, na een kleine vier dagen zat ik pas rond de 1300 kilometer, had ik mijn lift gemist door het niet wakker worden en werden de dames wel opgepikt. Ik had het echt gehad. Ik werd uiteindelijk een half uur later opgepikt door de politie, die bracht mij een paar honderd kilometer verder en het hele liedje herhaalde zich weer. Wachten, wachten en wachten. Na 1500 kilometer liften was het genoeg. Of je kan zeggen, ik had genoeg geld gespaard om een bus te nemen naar de uiteindelijke destinatie. Daarnaast had ik nog één dag om Thomas zijn tweeëntwintigste verjaardag te halen, wat het natuurlijk extra leuk zou maken om daar bij te zijn.

Ik was toe aan strand, inmiddels ook al drie maanden niet gezien en ik besloot dat het weerzien meer waard was dan het geld besparen. Mokkend en ergens teleurgesteld in mezelf door het niet behalen van de missie zocht ik de bussen op. Na vijf dagen op een boot, vijf dagen liften, een korte dag bussen en een boottochtje was de missie dan eindelijk ook voldaan. Ik kwam aan op het kleine eilandje aan, waar ik Thomas, moeder en co direct op het strand zag liggen met biertjes in de handen. Thomas zijn verjaardag kon beginnen, en of het een verjaardag werd…

Het was heerlijk om weer terug te zijn bij de zee. Het zoute water, het zand, de zon. Daarnaast werd er een huisje gehuurd met nog vier Duitsers die Thomas en Caroline (moeder) hadden leren kennen op de boot richting het eilandje waar we waren. Na zo lang reizen had ik dit verdiend. Het was echt goed. Daarnaast ook gewoon super om een vriend uit Nederland weer te zijn en om ervaringen mee te delen, om te kunnen praten over dingen wat losstaat van het reizen.

Rio de Janeiro
Samen met deze groep, Thomas, Caroline en de Duitsers, zijn we de dag erop richting een ander eilandje gegaan. Voor mij persoonlijk waren de stranden en de eilanden niet erg speciaal, maar met de mensen wie ik was wel. Daarnaast gewoon heerlijk wat betreft het echt even nergens druk om hoeven te maken. Ik heb er van genoten, het onbezorgde reizen. Ik heb zelfs bussen genomen voor veel te veel geld. Ondanks dat we allen op een laag budget leefde, was het voor mij luxe en luxe en nog eens luxe. Na nog een paar dagen
‘chillen’ besloten Thomas, Caroline en ik om naar Rio de Janeiro te gaan. It was time for the City of God!

Mensen komen hier en gaan nooit meer weg. Mensen worden verliefd op de stad. Het uiterlijk van de stad, de setting, je kan je er makkelijk bewegen, de mensen, de cultuur. Niet voor niets zit ik er na twee weken nog steeds met een goed gevoel, en zo zal ik er waarschijnlijk nog een drie maanden blijven. Normaal heb ik weinig met steden, maar naast Amsterdam, Edinburgh en Lissabon is dit een stad waarin ik kan leven met groot plezier.

Bij aankomst hebben we een heerlijk appartement gehuurd aan Copacabana. Ja, je eigen appartement op Copacabana. Klinkt niet verkeerd. Thomas en Caroline bleven er vijf dagen en het was voor hen een kwestie om de stad lekker te zien. Ik had, zoals vaak, geen plannen en liep veelal rond te banjeren zonder doelen. We hebben echt een goede tijd gehad. Samen met Thomas waarschijnlijk het domste ooit in mijn leven gedaan, maar ook dat was het waard. Plus dat het positieve daarvan is dat ik 21 ben en nu al mijn dieptepunt bereikt heb.

Ook dit afscheid was voor mij weer moeilijk, na negen heerlijke dagen samenreizen moesten zij terug naar Salvador, terwijl ik mijn plannen ging voortzetten in Rio. Toch was dit afscheid anders, ik ga hen in Nederland weer zien en dat geeft een goed gevoel. Bedankt voor de mooie dagen!

Weer helemaal alleen. Wat nu? Appartement uit, strand of park opzoeken of toch een hostel? Het is uiteindelijk een huis geworden bij mensen die ik heb leren kennen via via. Ik zit er nu al een week en zal er ongetwijfeld nog veel langer blijven. Ik woon er samen met drie Brazilianen, komen constant vrienden over de vloer en heb zelfs lekker mijn eigen kamertje. Altijd wel iets aan de gang en daarnaast ook gewoon de vrijheid om te komen en te gaan wanneer ik wil.

Ik ben ondertussen bezig met vrijwilligerswerk in de favela’s, de krottenwijken in Rio de Janeiro en zal hier voetballessen gaan geven. De wijken heb ik inmiddels bezocht en ik heb er indrukwekkende dingen gezien, net zoals dat ik indrukwekkende verhalen heb mogen horen van mensen die er dichtbij staan en er zelfs inzitten. Het is fascinerend, leerzaam en het laat een reëel beeld zien over hoe het er echt aan toe gaat.

Volgende keer meer, het zal een indrukwekkend verhaal worden over de favela’s en hoe het er aan toe gaat.

‘Why can’t we get all the people together in the world that we really like and then just stay together? I guess that wouldn’t work. Someone would leave. Someone always leaves. Then we would have to say good-bye. I hate good-byes. I know what I need. I need more hellos.’