#14

“Who is driving?”

27-3-2009
Tasmanië
David Hielkema

‘En daar zitten we dan. Een heerlijk stukje biefstuk, een paar mooie salades, een goed glas wijn en ik mag niet vergeten dat er ook een goede whisky naast staat. Wanneer ik een stukje naar links kijk zie ik nog de natte sporen die Guido en ik in het binnenzwembad hebben achtergelaten. Tegenover me zit één van de rijkste Australiërs. Niet verkeerd, dacht ik zo?

Josef Chromy
Hoe we nu weer bij deze man zijn uitgekomen? De naam van de heer is Josef Chromy. Waarschijnlijk zal niemand hem kennen in Nederland, maar hier in Tasmanië is hij uitgegroeid tot een legende. Josef is in de jaren ’50 uit Tsjechië ontsnapt vanwege de oorlog en na een paar jaar reizen wist hij Australië te bereiken. Zonder één cent op zak te hebben bij aankomst, is hij 30 jaar later één van de rijkste mensen in Australië (dat zegt ie). Hij bezit halve steden, heeft de grootste projecten lopen en heeft zijn eigen wijngaarden. Het is een prachtig succesverhaal (wiki het dus op). Wendy vertelde ons eerder al een gedetailleerd verhaal en het was vooral met lof zoals ze over hem sprak.

Maar oké, hoe zijn we hier terecht gekomen? Dexter, onze vriend uit Hobart, wist ons eerder al te vertellen dat hij Jozef kende. Ik geloofde hem deels, maar wat is uiteindelijk kennen? Toen Dexter een paar dagen geleden naar Launceston kwam voor zijn werk, liet hij ons zien waar hij sliep. Wat denk je, bij Josef Chromy! Je kan dat dus wel kennen noemen. Josef zelf is echt super. Hij heeft een paar jaar geleden een stroke gehad, waardoor hij niet meer vloeiend kan praten. Desalniettemin goede gesprekken gehad en hij heeft erg mooie humor. Zo waren zijn eerste twee zinnen: “You eat here! Who is driving?” Het was weer een erg mooie, warme avond met heerlijke eigen wijn van Jozef.

Hoeveel backpackers maken dit nou weer mee? Het is echt bizar. Karma zoals we dat noemen. Op naar een ander verhaaltje!

Gordon
Guido, Sydney en ik zijn twee weken geleden in ons vrije weekend op weg gegaan naar Cradle Mountain. Waarom Sjaakie niet meeging, laat ik het zo zeggen: hij heeft vreemde momenten (vijf minuten voor ’t vertrek een was erin gooien?). Any way; op weg daar naartoe. Regen, regen en nog veel meer regen. We hebben daarom helaas niet veel mogen zien van de bekendste berg in Tasmanië, want na een wandeling van 20 minuten en helemaal doorweekt te zijn, de mist nog steeds aanhoudend, kozen we ervoor om terug te gaan. We zijn er in ieder geval geweest. Plus dat we zondag iets hadden wat onvergetelijk is, iets wat belachelijk mooi is. Iets wat een boottocht heet door de Gordon River. Het water was hier zo zwart als olie en overal om ons heen waren groene bomen. Ja, groen! Ik bedoel hiermee, bomen die er uitsprongen en het hele plaatje perfect maakt. Ook werden we gebracht naar Sarah Island, wat vroeger net zo’n gevangenis was als Port Arthur. Echter kon je hier met je adam ingehouden van de ene kant naar de andere kant lopen. En op dat kleine eilandje zaten er vroeger honderden mensen gevangen. Het was een prachtige tour die we voorgeschoteld kregen.

Aangezien het weer nog steeds shit was en we daardoor maandag ook vrij waren van het werk, konden we ook nog even Lake St. Clair bezoeken. Zondag zijn we hier illegaal op een camping blijven slapen, betalen kennen we niet (nacht ervoor ook een hostel ingesnieeekt). Die zondagavond zaten wat Franse backpackers die we eerder al in Hobart gezien hadden. Deze avond hebben we met hen de hele tijd koehandel lopen spelen, altijd leuk.

Voordat ik doorga over Lake St. Clair, spring ik even vooruit, want wie denk je dat we een week later tegenkomen in Hobart? Precies, een kleine wereld. Terug naar ’t meertje van St. Clair. Waar Sydney en Guido maandag kozen voor een goede lange wandeling in de regen (bikkels ‘or!), koos ik voor een paar korte wandelingen en het uitlezen van mijn boek bij de openhaard in het café (A Thousand Splendid Suns, prachtig boek!). Ook hebben we hier in de buurt nog even een waterval bezocht, wat juist door de regen niet slecht was. Een lang weekend waar we weer allemaal erg mooie dingen hebben gezien en meegemaakt.

Maandagavond laat teruggekomen in Launceston had Sjaak wat eten voor ons gemaakt, als altijd weer smullen. Deze week bestond weer uit halve dagen werken en Gloria Jeans. Donderdag waren we vrij van het werk, waardoor het woensdagavond tijd was voor het studentenavondje. Met een Australische gast, Ben, die we hebben leren kennen in het hostel, hebben we weer een echt geniale avond gehad. Helaas vergeet ik altijd de camera zulke avonden, anders kon ik jullie hier ook van laten genieten. Any way: de volgende dag was het sinds tijden weer droog met veel zon, Sydney en ik zijn lekker naar een meertje geweest waar we ’s avonds een goede barbecue gehad hebben met wat biertjes erbij. Zulke avonden zijn heerlijk. Ik zeg dan ook:

Een ticket naar Australië? 1000 euro.
Een auto kopen? 2000 euro.
Een avond met vrienden aan het genieten van een barbecue met wat biertjes? Onbetaalbaar.
En bij de laatste vraag kan ik beter misschien nog neerzetten: Deze reis?

Salamanca-markt
Kan iemand zich nog herinneren wat de belangrijkste reden was dat we naar Tasmanië zijn gegaan? Het was voor het werk en het geld. Uiteindelijk heb ik in de afgelopen 37 dagen 11 dagen gewerkt. Beetje jammer, en het voelt ook een beetje als tijdverspilling, maar het zij zo. Ik heb toch weer een prachtig stuk van Australië gezien en een erg mooie tijd gehad. Dit stuk heb ik, zoals Guido altijd zegt, dan ook gedoopt tot het mooiste stukje van Australië tot nu toe.

Over Guido gesproken, we hebben zojuist afscheid genomen van elkaar. Na drie maanden samen reizen, elkaar bijna elke dag zien, durf ik te zeggen dat ik er een echte vriend bij heb. Aan de ene kant dan ook jammer dat we nu ook allemaal uit elkaar gaan, aan de andere kant zie ik er erg naar uit om nieuwe mensen te ontmoeten. Het waren mooie tijden!

Voordat ik dit verhaaltje helemaal afsluit, nog even een paar dingen die ik nog niet benoemd heb:
– We zijn nog een weekendje in Hobart geweest om goed te feesten. Hier dus weer de Franse backpackers tegengekomen waar we een mooie avond mee hebben gehad. Was allemaal zeker niet verkeerd. Ook even de welbekende Salamanca markt bezocht en afscheid genomen van Adam.
– We zijn nog een avondje naar Wendy en de familie geweest om gedag te zeggen. Was weer erg gezellig en echt lieve, hartelijke mensen. Wie weet zie ik over een jaar of tien één van die kids terug in Nederland.
– De avond voor het vertrek een heerlijk afscheidsfeest met elkaar gehad: Guido, Sydney, ik, twee Deense chicks (en mooooooooi dat ze waren), wat Japanse dames (van ’t werk leren kennen en zeker ook erg aardig) en Dave (een Ierse gast die ik eerder al heb leren kennen en waar ik eerder al een keer goed dronken mee ben geworden, krijg je met Ieren). Puur genieten, zoals we dat noemen.

Ja lieve mensen, ik geniet hier nog steeds. We zitten nu met zijn tweeën op de ferry terug richting Melbourne. Daar gaan we nog even Nicole bezoeken, naar de Formule One, naar Rick Ball en dan zijn onze Duitse vrienden er weer. Dan direct vertrekken om de Great Ocean Road te doen, om vervolgens vanaf Adelaide naar Perth te rijden. Zeer zeker vanaf Adelaide met nieuwe mensen op onze achterbank, wie weet wat het deze keer voor mensen zijn… Om jullie trouwens een beeld te geven, vanaf Melbourne tot Perth is het zo’n 4000km in totaal… Ik heb er zin in! Zin om weer de roadtrippen.

P.s. Dit moet ik nog even kwijt! We lopen de ferry af en ontmoeten een ouder stel. Hier staan we een kwartiertje mee te praten en uit het niets krijgen we opeens 50 dollar in onze hand geduwd. Gewoon, omdat… “Buy a coffee or something,” zei ze met een vriendelijke glimlach. Die Australiërs, het verbaast me toch elke keer weer… Karma?