#13

First roadtrip around Tassie

17-5-2009
Tasmanië
David Hielkema

Hier ben ik dan weer! Deze keer vanuit de auto, terwijl Sydney goed aan het doorrijden is. Dat moet ook wel aangezien ik over een uurtje mijn tweede voetbaltraining heb. Guido en Sjaakie puffen in hun tien minuten geleden nieuwe aangeschafte auto ergens achter ons aan. We zijn na een weekje roadtrippen terug op weg naar Launceston. Het was weer een week met prachtige, heerlijke, relaxte en vakantiegevoelgevende dingen erin, waar we weer op de vreemdste en mooiste situaties zijn uitgestuit.

‘Twee geweldige weken’
Ik kan me de dag dat ik vertrok uit Nederland nog als gisteren herinneren, uitgezwaaid door velen en geen idee hebben wat er ons te wachten staat. We zouden het allemaal wel zien, en ik mag zeggen dat dat ook wel zo gebleken is. De tijd gaat snel, we zitten hier alweer op bijna één derde van onze reis. Wanneer je nu een map van Australië erbij pakt (google het even op) en je ziet wat wij allemaal ‘al’ gedaan en gezien hebben (Sydney – Melbourne – Tasmanië), mogen we wel eens gaan opschieten. Dit gewoon even snel gezegd te hebben (komt er op neer dat de tijd veeeeeeel te snel gaat). Nu een terugblik van de afgelopen week.

We zijn donderdag de vijfde van deze maand vertrokken uit Launceston om Tasmanië te gaan bekijken. Netjes zoals we zijn, zijn we die ochtend vroeg opgestaan om ons ontslag in te dienen bij het boomsnoei bedrijf. Los van het netjes face-to-face vertellen, wilde we ook goed afscheid nemen van onze collega’s, het waren immers twee geweldige weken. Onze baas en collega’s waren erg emotioneel toen we het hen vertelde. “Yep, Yep. See ya,” was alles wat we te horen kregen. Vier kleine woordjes, maar ze hebben zoveel betekenis… De reden dat we ermee ‘kapte’ was dat we een dag eerder verzekerd werden van ander werk: druiven plukken. Dit zou over ongeveer één week beginnen, waardoor we die week mooi konden gebruiken om Tasmanië te zien.

Tasmanië mag dan niet extreem groot zijn, ook hier is weer veel te zien. We moesten voor het vertrek even goed discussiëren waar we als eerste heen zouden gaan, want in een week alles zien is bijna onmogelijk. We zijn dan ook voor het eerst als echte toeristen gaan reizen. Dat houdt in dat we alleen de bekende plekken bekijken, hier foto’s nemen, leuk erop lachen, snel terug naar de auto lopen en op weg gaan naar de volgende plek die goed staat aangeschreven.

De eerste stop was Bay Of Fire. Helaas is het in Tasmanië geen hartje zomer meer, dus lieve mensen: ook wij moeten soms dealen zonder zon, en in extreme gevallen is het zelfs zo erg dat er wat water uit de lucht valt. Het was bij Bay Of Fire ook grauwig, maar desalniettemin schitterend. Tot die dag het mooiste strand dat ik ooit gezien heb. Ondanks de kou toch snel een duik genomen, het witte zand met lichtblauw water ziet er namelijk te goed uit om het niet te doen. ’s Avonds hier op een gratis camping lekker gegeten, Sjaakie had weer één of ander meester-gerecht voorbereid, om daarna met wat andere backpackers rondom een kampvuur te zitten en de dag af te sluiten. Niet verkeerd hè?

Adam en Dexter
Lekker uitgeslapen stapten we rond een uur of één in de auto op weg naar Bicheno. Hier had je op zo’n 500 meter lopende zwemmerige (lopend door het water, maar soms ook weer zwemmen) afstand Diamond Island. Diamond Island is een klein eiland wat bewoond wordt door pinguïns. Sydney, Guido en ik konden het natuurlijk niet laten om daarheen te gaan. We hebben nu voor het eerst in het wild pinguïns gezien, een hele ervaring (ik hoop dat die arme beestjes niet erg bang van ons zijn geworden). In Bicheno was verder niet veel te beleven, daarom zijn we na wat eten en een film gekeken te hebben op weg gegaan Wineglass Bay, wie kent het niet?

Rond middernacht komen we hier aan, geen idee hebbende waar we het beste kunnen slapen, en we vragen het aan twee gasten die hun hond aan het uitlaten zijn. Na een kort gesprek wijzen ze ons een boom aan met wat gras eronder, goed genoeg voor ons. Bezig zijn met de auto klaarmaken om te gaan slapen, komen diezelfde gasten teruglopen. Ze vragen waar we vandaan komen, hoe we heten, etc. Hun namen zijn Adam en Dexter. Deze heren komen uit Hobart (de hoofdstad van Tasmanië) en zijn voor een weekend naar het familie vakantiehuisje van Adam. Ze zijn 22 en 23 jaar. Na wat gepraat hebben halen ze wat bier en staan we nog zo’n twee uur bij onze auto. We hebben afgesproken de volgende dag, dan leven we op zaterdag, nog wat biertjes met elkaar te gaan drinken en te kijken of er nog wat te beleven is in dit dorpje.

Aangezien we zo’n strak tijdschema hadden, kwam nog een nachtje hier slapen ons eigenlijk niet zo goed uit. Maar beloofd is beloofd, dus we zouden na het bekijken van Wineglass Bay onze zaterdagavond hier doorbrengen. Wineglass Bay was prachtig en het is met vlag en wimpel het mooiste strand dat ik ooit gezien heb. Zie de foto’s, google het op… het is prachtig. ’s Avonds sloot de plaatselijke kroeg al om 11 uur, en aangezien er niks anders te beleven was dan de kroeg, zaten we nog een uurtje bij Adam. Dexter had ons uitgenodigd om bij hem in Hobart te slapen. Prima, doen we natuurlijk. We zouden hem wel even bellen wanneer we in Hobart waren.

Gevangenis
We hadden de dag erop, zondag, weer een drukke dag voor de boeg. Op weg naar toch wel het bekendste plekje van Tasmanië: Port Arthur. Zegt het je wat? Een gevangenis op een peninsula (uitsteeksel, voor onze mensen in het ongewisse) van Tasmanië, vroeger zijn hier vele criminelen (en ook relatief onschuldige, zie kinderen van 12 jaar die bijvoorbeeld een schoen gestolen hebben) uit Engeland naartoe gestuurd. Het was bijna onmogelijk om hier te ontsnappen en het was elke dag hard werken. Van de gebouwen hier is niet veel overgebleven, en de gevangenis zelf is ook niet het hoogtepunt. Het is de omgeving naast de gevangenis, hoe het in elkaar steekt, de geschiedenis ervan en de verhalen eromheen. Port Arthur was het waard. Rondom Port Arthur zitten ook nog wat andere toeristische attracties die een grote schoonheid bezitten. We hebben hier echter niet lang van mogen genieten, we zijn er doorheen geraasd met enkel wat foto’s, zoals echte toeristen dat doen. Zelf kan ik er wel mee leven, maar andere in de groep baalden er toch wel goed van.

Vanwege de haast besloten we ’s avonds in Hobart proberen te zijn, ook had Dexter ons beloofd dat wanneer wij hier waren, we een goed avondje uit voorgeschoteld kregen. Op zondag uit? Yep, yep, er was namelijk één of ander feest en de stad was maandag vrij van het werk. En hoe kan je beter uitgaan dan met je persoonlijke guide die je de beste plekken in Hobart laat zien? Hij is een mannetje die iedereen kent, zijn vrienden zijn komisch en het was overduidelijk de beste avond uit sinds Sydney. Het met locals stappen was goed te doen, stuk of vijf clubs binnengeweest, erg veel drank gehad en leuke mensen. Wat er allemaal precies gebeurt is die avond bespaar ik jullie, of bespaar ik mezelf, het was gewoon genius!

Maandag geen werk voor Dexter, we sliepen bij hem (hij deelt het huis met zijn broer en de vriendin van zijn broer) en hij zou ons de stad en omgeving laten zien. De broer en vriendin waren logisch ook weer erg aardig en gingen met ons mee. We zijn naar een voedsel en wijnmarkt geweest die één keer per jaar wordt gehouden (English Hot Mustard, geloof me: het heet niet voor niets hot.) en we hebben een prachtig uitzicht van Hobart gezien (zie foto en bedenk dan dat het een foto is). ’s Avonds was het gezellig praten, eten en echte Tasmaanse chocola krijgen. Lieve mensen, mooie tijden en dingen die je niet kan na vertellen, momenten waar je bij moet zijn.

Dinsdag moest iedereen weer werken en gingen wij richting Hobart centrum itself. We waren al ’s ochtends vroeg opgestaan en het was tijd voor Gloria Jeans, een goede kop koffie. Ook hebben we een nieuwe verslaving (Guido en ik in ieder geval): Koehandel. Aangezien je het alleen met drie mensen kan spelen, is het elke keer weer overhalen of Sydney en/of Sjaak mee wil doen. Sjaak heeft de moed ondertussen opgegeven (reden: hij is er gewoon te slecht in)… Hobart is een leuke stad, maar klein en niet speciaal. Een provinciestadje, zoals we dat noemen.

Het plan was eigenlijk om door te gaan richting de Westcoast, maar die dag kregen we een belletje of we donderdag konden beginnen met werk. Werk gaat voor de roadtrip en gelukkig hebben we de weekenden waar we kunnen reizen om de laatste dingen te zien. Nog een nachtje blijven in Hobart, bioscoopje pakken en ’s ochtends terug op weg gaan naar Launceston.

Voetbaltraining
En dan komen we bijna uit waar ik begon, alleen Guido en Sjaakie hebben daar wel al een auto, en toen we vertrokken uit Hobart nog niet. Dexter had iemand op de weg tussen Hobart en Launceston wonen die een busje verkocht voor weinig geld. Sjaak en Guido waren geïnteresseerd, dus zijn we gaan kijken. Uiteindelijk hebben ze met hun laatste geld dit busje gekocht. Dat ene nachtje extra in Coles Bay heeft dus meer dan goeds gebracht.

Ondertussen, wanneer dit verhaaltje eindelijk af is, zijn we alweer bijna een week verder. Ik heb dus ook mijn tweede voetbaltraining gehad, en het voetbal is hier typisch Engels. Engels voetbal houdt in: rennen, rennen, rennen en totaal geen tactiek. Tja, goed voor mijn conditie, maar om het echt voetbal te noemen? Ik mis toch wel het voetballen bij mijn clubje in Nederland, meer dan soms zelfs. Heimwee heb ik verder niet, maar volgens mij was dat al duidelijk?

Wat ik kan zeggen over donderdag en vrijdag, de dagen na mijn voetbaltraining: we hebben hard gewerkt en het is goed te doen! 18 Dollar per uur is fijn en werk je graag hard voor. Wat er allemaal dit weekend gebeurd is, bespaar ik jullie deze keer, het is namelijk weer erg veel en ik heb weer prachtige dingen gezien. Vooral veel natuur die velen helaas nooit zullen zien, horen, ruiken en proeven. We zijn hier gelukkige mensen.